Naregeling (zoneregeling) in combinatie met een warmtepomp: een zegen of vloek?

honeywell hce80 zoneregeling
Honewell HCE80 zoneregeling

In dit artikel bespreken we uitgebreid de werking van een zoneregeling, ook wel naregeling genoemd. We bespreken de drie vormen daarvan: het aan/uit systeem, met de PWM regeling of de versie met servomotoren die het debiet regelen.

Een naregeling was ten tijde van een cv-ketel een uitstekend idee om energie, dus geld te besparen. Maar zoals je in dit artikel zal lezen is, bij gebruik van een warmtepomp, het juist blijven verwarmen van ongebruikte kamers voordeliger voor je portemonnee. Daarnaast kan een zoneregeling een nadelige invloed hebben op de levensduur van een warmtepomp.

De eindconclusie is: de beste naregeling is géén naregeling. Een naregeling in combinatie met een cv-warmtepomp is géén gelukkig huwelijk.

In het kort

Een naregeling, ook wel zoneregeling genoemd, is een prachtig bedacht systeem en was ten tijde van de cv-ketel een zegen. Vanaf dat moment kon je per kamer de temperatuur regelen.

Maakte je geen gebruik meer van een kamer of ging je slapen, dan gaf je de thermostaat in die kamer een zwieper en werd die kamer niet meer verwarmd en koelde snel af. En een kamer niet meer verwarmen, dat bespaart energie, dus geld. Geweldig.

Met de komst van de cv-warmtepomp zijn de rollen omgedraaid. Bij een cv-warmtepomp bespaar je helemaal geen geld als je een kamer niet verwarmt, dat kost juist geld. Daarnaast is "even opwarmen" van een kamer een term die in het woordenboek van een cv-warmtepomp niet voorkomt. Een warmtepomp is zodanig gedimensioneerd (vanwege het héél bewust klein gekozen vermogen) dat deze "maar net" de woning op temperatuur kan brengen. En dat duurt ook nog een flink lang en kost relatief veel geld omdat de cv-warmtepomp dan minder efficient werkt.

Een naregeling (tenzij met servomotoren) zorgt tevens dat de cv-watertemperatuur hoger dan strikt noodzakelijk moet zijn, en dat vertaalt zich in een lager rendement van de warmtepomp.

En als klap op de vuurpijl zorgt een naregeling dat de levensduur van de cv-warmtepomp bekort wordt. Wanneer je om een naregeling vraagt bij een installateur installeren ze meteen ook een buffervat "want dat moet bij een naregeling". Maar een buffervat, dat moet je al helemaal niet willen hebben, die kost je dagelijks en gedurende zijn hele levensduur je geld.

Hoe mooi de naregeling ook was, bij een cv-warmtepompinstallatie moet je daar met een grote boog omheen lopen, of je moet de naregeling "zeer bewust" gebruiken.

Kortom, een naregeling in combinatie met een cv-warmtepomp zal de energiekosten (in principe) laten stijgen, de levensduur van je cv-warmtepomp mogelijk bekorten en gelukkig wordt je er ook niet van omdat het een dag duurt voordat een ongebruikte kamer een beetje op temperatuur is.

De naregeling, binnen zo'n dertig jaar van zegen tot vloek, het kan verkeren.

Welke oorzaken liggen ten grondslag aan de ongelukkige combinatie van de naregeling en een cv-warmtepomp?

Ogenschijnlijk lijkt het zo simpel, maar dat is het niet. De warmtepomp, wij noemen het liever een cv-warmtepomp, lijkt net als een cv-ketel voor warmte te kunnen zorgen "maar dan anders", want geen gas, maar elektriciteit.

Was het maar zo. De verschillen zijn groter dan de overeenkomsten.

Een paar factoren spelen in dit kader een prominente rol, die zorgen dat de naregeling als "zeer onwelkom" wordt gezien.

Als eerste, als een cv-ketel zich inschakelt ontstaat er haast een explosie van warmte. Daarmee kan je een kamer, of een heel huis, heel snel mee opwarmen.

Hoe anders is dit bij een cv-warmtepomp. Het vermogen van een cv-warmtepomp wordt zo gekozen dat deze "net aan" de woning warm kan houden. Want een groter vermogen kiezen "moet je niet willen", dan is het minimum vermogen te hoog en dan krijg je last van pendelen en dat moet je kost wat kost zien te voorkomen.

Door het geringe en "net passend vermogen" van de cv-warmtepomp zal het een dag of langer duren voordat een afgekoelde woning, na een tijd van afwezigheid, weer op temperatuur is.

Het "even opwarmen" van een kamer is er dus helemaal niet bij. Onmogelijk. Dat komt mede doordat de temperatuur van het cv-water flink lager is dan bij een cv-ketel. Daardoor zal het afgiftesysteem (radiatoren, convectors, vloerverwarming) nauwelijks warm worden en daardoor zal maar weinig warmte beschikbaar komen in die kamer. Die warmte komt er wel, maar door het geringe afgegeven vermogen van bijvoorbeeld de radiatoren, kost dit uren. Rustig, maar continue is het credo bij een cv-warmtepomp. Daarom, als je het milieu een warm hart toe draagt en je portemonnee je lief is, laat je de cv-warmtepomp 24/7 draaien "pruttelen zoals ingewijden dit noemen".

Dat continue ingeschakeld zijn van een cv-warmtepomp lijkt dus lijnrecht te staan tegenover het zuinige karakter van een cv-warmtepomp. Maar het tegengestelde is waar.

Een cv-warmtepomp verbruikt de minste (elektrische) energie als deze continue kan "draaien". Als hij "af en toe aan de bak moet" dan kost dat véél meer elektriciteit dan dat hij 24/7 aan staat.

Hoe dat komt brengt ons naar nog meer waardevolle achtergrondinformatie waardoor je zal gaan doorgronden dat de cv-warmtepomp en een naregeling een slechte combinatie is.

Twee procent regel

Het energieverbruik van een cv-warmtepomp is vrijwel lineair gerelateerd aan de temperatuur van het cv-water. Wanneer het cv-water één graad warmer moet zijn dan strikt noodzakelijk, dan kost dat circa 2% extra elektriciteit (en omgekeerd: 1 graad lager is 2% rendementswinst). Hoe dit gerelateerd is aan de zoneregeling behandelen we straks.

Dan nog een hele belangrijke, nee zéér belangrijke factor. De levensduur van de warmtepomp, feitelijk de compressor, is in gevaar.

Helaas hebben we dit, en we staan daar niet allen in, aan den lijve ondervonden en heeft het ons 10.000+ euro gekost (de prijs voor de vervanging van de cv-warmtepomp). Door een naregeling? Ja, alleen maar door de naregeling (en een fout van de installateur, dat wel dan weer, maar die fout komt helaas veel voor).

Wat is het geval? Een warmtepomp, feitelijk de compressor heeft maar een bepaalde levensduur. Die wordt bepaald door het aantal "draaiuren" en het aantal "inschakelmomenten" (ook wel impulsmomenten genoemd). Voor beiden is een bepaalde grens. Als een van de twee overschreden wordt dan is het einde oefening. Lees hier meer over in het artikel over de levensduur van een cv-warmtepomp inclusief onze negatieve ervaringen.

In dit kader speelt het aantal inschakelmomenten een rol, door gebruik van een naregeling of zoneregeling zal de cv-warmtepomp, mogelijk sneller dan gewenst, die grens bereikt worden. Waarover later meer. En ga er maar van uit dat de reparatiekosten zo hoog zijn dat de meeste zullen besluiten om een totaal nieuwe warmtepomp te kopen.

Twee kapiteins op één schip

Gebruik je een naregeling of zoneregeling dan ben je verplicht om de cv-warmtepomp in te stellen op gebruik van een weersafhankelijke regeling (altijd een goed idee) of een vaste temperatuur van het cv-water (minder slim).

In beide gevallen zal de cv-warmtepomp zelfstandig bepalen wanneer deze inschakelt (verwarmd) of uitschakelt. Dat wordt gedicteerd door de cv-watertemperatuur die vloeit uit de stooklijn van de weersafhankelijke regeling en de op dat moment heersende buitentemperatuur. De cv-watertemperatuur varieert dus mee met de buitentemperatuur, een hele simpele en slimme regeling (want het zuinigst voor de energierekening).

Als de cv-watertemperatuur bijvoorbeeld 29°C moet zijn en de (in de cv-warmtepomp) ingestelde hysterese[1] van bijvoorbeeld 2°C, zal er voor zorgen dat de warmtepomp het cv-water gaat verwarmen als de temperatuur van het water onder de 29-1=28°C komt. Wanneer de temperatuur verder oploopt dan (in dit geval) 30°C (29+1), dan schakelt de cv-warmtepomp zich uit. De temperatuur van het water zal langzaam zakken, want de warmte wordt constant afgegeven door het afgiftesysteem, de circulatiepomp blijft namelijk "nadraaien". Op een gegeven moment is de temperatuur weer onder de 28°C gezakt en dan start de hele cyclus weer.

De cv-warmtepomp is dus geheel autonoom. Hij besluit wanneer hij in- en uitschakelt en zorgt daarmee voor cv-water van een bepaalde (vrijwel constante) temperatuur. Deze regeling is dus "de" temperatuurregeling van je verwarmingssysteem (waar je vroeger, meestal, een kamerthermostaat voor gebruikte bij de cv-ketel).

Wanneer de cv-warmtepomp ingesteld staat op een vaste temperatuur gebeurd precies hetzelfde, alleen die temperatuurgrenzen blijven constant, terwijl de weersafhankelijke regeling de temperatuur van het cv-water mee laat bewegen met de buitentemperatuur. Hoe kouder het buiten wordt, hoe warmer het cv-water wordt. Die relatie is haast lineair.

En dat komt het gedonder. Er stapt nog een kapitein op het schip. De weersafhankelijke regeling staat aan het roer en bepaalt of er verwarmd moet worden of niet. Maar de naregeling, de naam zegt het al, gaar daar nog eens overheen.

De naregeling lijkt te denken, de warmtepomp kan me nog meer vertellen, maar ik als naregeling bepaal zelf wel of een kamer verwarmd moet worden of niet. En als de kamer op (de gewenste) temperatuur is, dan gooi ik de klep dicht en dan komt er geen druppel warm cv-water meer in het afgiftesysteem van die kamer. Dat is mijn beslissing en daar zal de cv-warmtepomp het mee moeten doen.

Tja, twee kapiteins op een schip. Dat is vragen om ellende. En als die twee nou eens met elkaar zouden praten. Maar nee. In de meeste naregelingen (zoneregelingen) schuilt een klein dictatortje.

In de praktijk, een uitzondering daargelaten, weten deze twee regelingen nog geeneens van elkaars bestaan af en werken dus geheel autonoom "langs elkaar heen".

En daar krijg je dus gedonder mee. De cv-warmtepomp besluit om de compressor te starten en warmte aan het cv-water toe te voegen. De kans bestaat, dat op dat moment de meeste, of erger nog, alle zones van de naregeling in de woning "dicht staan" (alle kamers hebben op dat moment geen behoefte aan warmte).

De cv-warmtepomp gaat het cv-water verwarmen, de circulatiepomp wil dit warme water rondpompen (verspreiden over het afgiftesysteem, naar de verschillende zones) maar die naregelingen hebben de zonekleppen dichtgedaan. Er komt geen druppel cv-water een zone meer binnen.

En waar moet het cv-water dan heen? Een goede installateur weet dat als deze situatie zich kan voordoen dat er een "kortsluitcircuit" aangebracht moet worden, ook wel bypass genoemd. Daarbij wordt de aanvoerleiding verbonden met de retourleiding waarbij een drukgestuurd ventiel die korstsluiting open kan zetten als de druk té ver oploopt. Dat drukgestuurde ventiel wordt ook avdo genoemd.

Dus als de circulatiepomp het warme water wil wegpompen maar het kan nergens heen, dan loopt de druk in de cv-leiding op en "floeps" daar springt de AVDO open en komt het warme water via de retourleiding weer terug.

Daarmee maken we de circulatiepomp wel gelukkig, maar de cv-warmtepomp kijkt ineens bedroeft naar deze situatie. Die maakt warm cv-water van 28°C en verwacht retourwater terug dat door het afgiftesysteem is afgekoeld. En een warmtepomp "regelt op een delta-T (verschiltemperatuur tussen aanvoer en retour) van circa 4 a 5 graden". Dus hij verwacht een retourtemperatuur van circa 24°C. Dus die staat heel vreemd te kijken als het water niet is afgekoeld. En omdat de cv-warmtepomp aanstuur op een delta-T van die 4 a 5 graden zal hij trachten dat water met vier graden te verhogen. Nou dat gaat heel gemakkelijk want het cv-water dan hij de warmtepomp uitstuurt krijgt hij vrijwel meteen weer terug, dus de temperatuur loopt dan heel snel op. Binnen een minuut heeft de temperatuur van het cv-water de bovengrens bereikt van (in dit voorbeeld) 30°C, en dan schakelt de cv-warmtepomp zich uit.

Aai, dat doet pijn. Iedere warmtepomp fabrikant zal je vertellen dat de minimale "aan" tijd van de compressor 10 minuten moet zijn. En dat is al heel kort en wil je absoluut voorkomen. Binnen een minuut aan en uit? Ga dan maar sparen voor een nieuwe warmtepomp.

Deze situatie staat in iedere installatiehandleiding beschreven. De fabrikant vereist een bepaalde "minimum systeeminhoud". Dat is het aantal liter wat de warmtepomp, onder alle omstandigheden moet rond kunnen pompen.

Is de systeeminhoud te klein (bijvoorbeeld door de naregeling), dan moet je maatregelen treffen om dit te vergroten. En wat doet dan de gemiddelde installateur? Die installeert een buffervat. Want, zo staat dat in de boekjes, of is hem dat geleerd bij de fabrikant.

Een buffervat, de rillingen lopen over onze rug. Laten we het zo schrijven, we dragen een buffervat geen warm hart toe.

Op zich is een buffervat een logische gedachte. Een buffervat is niets anders dan een vat waarin cv-water in zit. Als het buffervat in serie wordt opgenomen in de cv-leiding, dan stroomt het cv-water niet alleen door het afgiftesysteem maar nadat het terugkeert naar de cv-warmtepomp stoomt het ook nog door het buffervat (in de retour is de aanbevolen plaats vanwege de laagste thermische stiltandverliezen).

Het vat heeft een bepaalde inhoud. Die inhoud is zo gekozen dat onder alle omstandigheden de minimale systeeminhoud overeenkomt aan de vereiste systeeminhoud zoals de fabrikant dit voorschrijft. Denk aan een buffervat van 20-40 liter.

De installateur heeft door het opnemen van het buffervat voldaan aan de minimale eisen van de fabrikant v.w.b. de systeeminhoud. Dus "dan is het goed".

Ja, voor de installateur, maar niet voor de klant. Want wat hiermee bereikt is dat, ingeval alle zoneregelingen "dichtgelopen zijn", in alle kamers is er geen warmtevraag, de warmtepomp in ieder geval tien minuten kan draaien. Maar daar moet je als klant helemaal niet blij mee zijn.

Zou in tien minuten tijd de temperatuur van het cv-water afkoelen naar (in dit voorbeeld) 28°C dan staat de warmtepomp tien minuten aan en tien minuten uit, dan weer tien minuten aan en dan weer tien minuten uit. Dus drie keer per uur springt hij aan.

Stel dat dit zo doorgaat dan zal in 24 uur de cv-warmtepomp al 24x3=36 inschakelmomenten hebben gehad. In een stookseizoen zijn dat er 7665. Dat zijn er érg veel. Ter illustratie, in een goed uitgebalanceerde cv-installatie met warmtepomp, zoals die bij ons, staat de warmtepomp rustig 60 uur achter elkaar te draaien zonder één keer te stoppen. En daar wordt de compressor heel gelukkig van.

Niet alleen wil je vanwege de levensduur van de cv-warmtepomp weinig schakelmomenten. Maar hoe korter een cv-warmtepomp ingeschakeld is, hoe slechter het rendement is, dus hoe meer elektriciteit hij, onnodig, verbruikt. Een warmtepomp behaald doorgaans pas na een minuut of vijftien zijn gespecificeerde rendement.

Dus een buffervat het wordt?

Uit het volgende zou je de conclusie kunnen trekken dat als je een zoneregeling of een andere vorm van een naregeling (denk ook aan thermostaatradiatorkranen) of systemen zoals van Tado, dat het opnemen van een serieel buffervat een goede keuze is.

Laten we het zo zeggen, beter een buffervat dan helemaal niets (anders). Wat we er op tegen hebben is dat het buffervat symptoombestrijding is. Het lost de kern van het probleem niet op. En dat zijn die twee kapiteins op één schip.

Master-slave / master-master

De hiervoor beschreven situatie, waarbij twee autonome systemen bestaan en totaal niet met elkaar communiceren, wordt een "master-slave" configuratie genoemd. De master is de primaire temperatuurregeling, die van de cv-warmtepomp dus. De naregeling "moet het er maar mee doen wat hij krijgt" en is dan de "slave".

Het zou al stukken beter zijn als de zoneregeling wél communiceert met de cv-warmtepomp. Zodra in een kamer een warmtevraag is geeft de zoneregeling een seintje aan de cv-warmtepomp en mocht die (op een later tijdstip) besluiten om op basis van zijn eigen temperatuurregeling (de WAR), dat het nodig is om de compressor te starten omdat de temperatuur van het water te laag is geworden, dat weet de cv-warmtepomp dat het ook nut heeft omdat er een warmtevraag is en hij niet binnen de kortste keren zich uit moet schakelen omdat de temperatuur van het water te snel oploopt omdat alles "dichtgelopen is".

Wanneer de zoneregeling met de cv-warmtepomp op deze wijze communiceert is er sprake van een "master-master" configuratie. Beiden hebben dus invloed op het al dan niet produceren van warmte. Daarbij moet wel voldaan worden aan twee voorwaarden wordt voldaan: de naregeling moet een warmtevraag hebben EN de temperatuur van het cv-water moet aanleiding geven om de compressor te starten. Uiteindelijk is het namelijk de stooklijn die de temperatuur van het cv-water bepaalt (met de marge van de hysterese). Want als de temperatuur van het water nog warm genoeg is, dan is er nog voldoende warmte in het cv-water voorhanden om een opengelopen zone (eventjes) van warmte te voorzien. En pas als de cv-watertemperatuur daalt onder de hysteresegrens, dan zal de cv-warmtepomp pas weer inschakelen.

De hierboven beschreven master-master regeling zou nog beter zijn als de zoneregeling bekend is met de systeeminhoud van de verschillende zones. Want even gekscherend, als alleen de vloerverwarmingsgroep van de toiletruimte een warmtevraag heeft, dan is dat zo weinig "systeeminhoud", dat het niet verstandig zou zijn om de compressor daarvoor te starten.

Bij een goede zoneregeling zou je 1. de minimale systeeminhoud moeten ingeven die je "acceptabel vindt om daarvoor de compressor te laten starten", en daarnaast moet je voor iedere zone de systeeminhoud kunnen ingeven. De zoneregeling kan dan een intern optelsommetje maken en weet dan dat als bijvoorbeeld groep 3, 5, 6 en 9 open lopen, dat de som van die systeeminhouden de drempelwaarde van de minimale systeeminhoud overschrijd en dán pas zal de zoneregeling een warmtevraag naar de cv-warmtepomp sturen.

Dus een master-master naregeling het wordt?

Ik begrijp, je wordt van de hiervoor beschreven master-master zoneregeling helemaal enthousiast. Dié moet ik hebben, hoor ik je al denken. Maar lees nog even door.

De beste naregeling is geen naregeling

Jaja, nu wordt het spannend. Het prikkelt wel zo'n kopje.

Als je op afstand naar een naregeling kijkt, met de bril op van een cv-warmtepomp, dan plaats je een naregeling wellicht in een heel ander perspectief.

Een naregeling zorgt dat bij tijd en wijle het cv-water wel en soms weer niet door een groep/zone van het afgiftesysteem mag stromen. Want, zo heeft de thermostaat in die ruimte dat bepaald.

Maar als je specifiek naar dat deel van het afgiftesysteem kijkt dan zie je dat een deel van de tijd het afgiftesysteem warmte kan afstaan. Op het moment dat er geen warmtevraag is in die ruimte, dan loopt de warmteafgifte van dat deel van het afgiftesysteem terug naar nul Watt (geen warmteafgifte).

Technisch gezien is de naregeling het vermogen (in Watt) van dat deel van het afgiftesysteem "in het tijd domein aan het moduleren". Technici noemen dit een PWM regeling, een pulse width modulation regeling. Door het variëren van de verhouding van "aan" en "uit" van de kleppen van die zone, regel je feitelijk (in de tijd gezien) de vermogensafgifte. Is de "aan" tijd 10% en de uit-periode 90% (dat zich dan praktisch vertaald naar bijvoorbeeld 2 minuten aan en 18 minuten uit), dan geeft het afgiftesysteem van die zone maar 10% van het maximale vermogen dat hij af kan geven. Zou het maximale vermogen van die zone bijvoorbeeld 2000 Watt zijn, dan geeft die zone bij een 10%/90% stand maar 200 Watt af. Wordt het buiten kouder en koelt de betreffende ruimte sneller af, dan moet er dus meer vermogen de ruimte in. De thermostat in die kamer bemerkt dat het veel sneller kouder wordt, dus verschuift deze de aan/uit periodes naar bijvoorbeeld 20%/80% (bijv. 4 minuten aan, 16 minuten uit). Daardoor geeft die zone 400 Watt af.

Dat is natuurlijk een prachtig systeem, zo'n PWM regeling, en was een perfecte oplossing in combinatie met een cv-ketel. Maar bij gebruik van een cv-warmtepomp blijkt dat ineens een heel slecht idee.

Dat zit zo, als je het vermogen van een zone moet terug regelen, dus dat de zone niet vol open staat (dus 0%/100% bij PWM), dan komt er té veel warmte die zone binnen. En dat betekent dat de cv-watertemperatuur voor die zone dus feitelijk té hoog is.

Omdat bij een cv-warmtepomp geldt dat iedere graad dat het cv-water warmer moet zijn dan strikt noodzakelijk, dit 2% rendement van de cv-warmtepomp kost. Als in dit geval de temperatuur van het cv-water bijvoorbeeld 40°C was en door het continue openzetten van de zonekleppen, de cv-watertemperatuur zou kunnen dalen naar bijvoorbeeld 30°C, en dat dan de temperatuur van die kamer toch op het gewenste niveau blijft, dan is voor die kamer een besparing gerealiseerd van 10 graden maal 2%, dat is dus een besparing van 20% op de verwarmingskosten.

We kunnen het ook zo schrijven, als een zoneregeling de zonekleppen af en toe moet dichtzetten, dan is dús de cv-watertemperatuur te hoog. En dat kost altijd geld (elektriciteit van de cv-warmtepomp). Denk aan de 2% regel.

Als je alle thermostaten van alle zone's op 30°C zet, waardoor de zonekleppen continue open blijven staan, en vervolgens het debiet, de hoeveelheid cv-water dat door de zone stroomt, aanpast waardoor zoveel warme met het cv-water de zone binnenstroomt dat in die kamer de gewenste temperatuur bereikt wordt, dan hebben we niet in het tijddomein de vermogensafgifte van die zone geregeld, maar op basis van het debiet te verlagen/regelen.

Het voordeel van deze debietregeling is dat de cv-watertemperatuur lager kan zijn dan met de tijddomein (PWM) regeling. En dat bespaart flink wat elektriciteit vanwege de twee procent regel.

Dat heeft wellicht uitleg nodig. Bij een naregeling stroomt maar voor een deel van de tijd cv-water door de zone (radiatoren, convectors, vloerverwarming). Dus delen van de tijd wordt het afgiftesysteem in die zone niet gebruikt (omdat het dichtstaat). Je hebt prachtige grote radiatoren of convectors maar door die naregeling worden die maar voor een deel gebruikt. Heeft het afgiftesysteem in die zone de potentie om 2000 Watt af te geven, het afgiftesysteem maakt daar maar bijvoorbeeld 1000 Watt van.

Bij een debietregeling stroomt er continue cv-water door de zone en wordt de potentie van het afgiftesysteem in die zone optimaal benut.[2]

Dus, met deze kennis en met "energiebesparing / kostenbesparing" als doel, is de beste zoneregeling geen zoneregeling. Kan je ook nog eens de investering van de zoneregeling besparen en de lastige te leggen kabels tussen de zonecontrollers en de cv-warmtepomp kan ook achterweg blijven. Want draadloze communicatie, zo lezen we vaak, blijkt bij sommige zoneregelingen vaak uit te vallen.

Maar ho even, maar dan kan ik niet de temperatuur per kamer regelen!

Touché; schaak. Inderdaad, als je geen zoneregeling meer hebt, is de temperatuur in iedere ruimte constant en regel je in principe (doorgaans eenmalig) door het debiet van die zone in te stellen.

Maar als het een niet gebruikte ruimte warm blijft, dan kost dat toch energie?

Je denkt, eerst schaak en nu schaakmat. Winnen is altijd leuk.

Wij willen niet winnen, we willen je bewust maken wat de consequenties zijn van je keuzes.

Hou je vast, want nou komt de tegenzet uit een onverwachte hoek van het bord. Het blijven verwarmen van niet gebruikte kamers zal bij een cv-warmtepomp geen energie kosten, maar juist energie besparen!

Nee joh, dat klopt niet. Als een kamer 20°C is zal die meer warmte door de bouwschil verliezen dan dat hij bijvoorbeeld 17°C is. Dus dat kost altijd energie.

Een mooie tegenzet, en het is een mooie zet. Want die stelling, daar is geen speld tussen te krijgen. Maar de partij is nog niet afgelopen.

Als je dit artikel hebt gelezen dan is het bewijs geleverd dat "kamers blijven verwarmen geld bespaart".

Ja, het is wat hè, ik stond er de eerste keer ook van te kijken. Energie besparen door iets te blijven verwarmen.

Zeer bewust gebruik van een naregeling

Er zijn situaties denkbaar dat een naregeling, als je die zeer bewust gebruikt, omdat je weet wat de nadelige effecten van de naregelingen kunnen zijn, "een gemak dient". Zo kan je deze gebruiken om bijvoorbeeld een garage wel of niet te verwarmen, omdat die garage vrijwel nooit gebruikt wordt en boven de garage geen leefruimtes aanwezig zijn. De naregeling is dan een luxe vorm van een radiatorknop of vergemakkelijkt het af en toe open of dichtdraaien van de ventielen bij de debietmeter op de vloerverwarmingverdeler. Maar heeft de garage een eigen vloerverwarmingverdeler dan zit daar meestal een afsluiter op. Die kan je dan vrij makkelijk open of dichtzetten.

Resumé

Als je overtuigd bent van de mogelijke (elektrische) energiebesparing wanneer je (vrijwel) alle ruimtes van je woning verwarmd, en dat door gebruik van een zoneregeling de temperatuur van het cv-water onnodig hoog moet blijven. Dan is het dus verstandig om geen zoneregeling toe te passen. Waarom zou je? Je moet juist de temperatuur niet laten dalen in ongebruikte ruimtes.

En de temperatuur die je per kamer voor ogen hebt, bereik je door het debiet van die zone aan te passen. Dat wordt ook wel "waterzijdig inregelen genoemd". En daarbij hoef je helemaal niet iedere kamer dezelfde temperatuur te geven, dat is wat je zelf bepaalt.

Uitzonderingen bevestigen de regel

Dit verhaal van elektrische energiebesparing door vrijwel alle ruimtes te verwarmen, geldt niet altijd. Daar zijn natuurlijk uitzonderingen. Die kunnen we niet allemaal opsommen. Maar je begrijpt, na het lezen van dit artikel "hoe het werkt" en kan je zelf wel bedenken wat wel en niet verstandig is.

Een voorbeeld: een kamer boven een onverwarmde garage constant verwarmen terwijl je er geen gebruik van maakt is natuurlijk geen goed idee. Er komt geen warmte vanuit de garage dus valt in die garage ook geen energie te besparen door het boven de garage te verwarmen.

Verschillende type naregelingen

Naregelingen (zoneregelingen) heb je in verschillende uitvoeringen. En daarbij doelen we op hóe de zone wordt open of dichtgezet.

In het bovenstaande artikel hebben we de PWM regeling uitgelegd. Maar er bestaan ook aan/uit zoneregelingen waarbij de thermostaat van die ruimte de zoneklep "open" zet als het te koud is, en hem dicht zet "als de ruimte op temperatuur is". Dit type regeling is voor een warmtepomp al een stuk vriendelijker omdat de frequentie waarin de zone wordt open/dichtgezet relatief laag is. Veel lager dan een PWM regeling. Maar ook bij de aan/uit naregeling blijft het nadeel bestaan dat feitelijk de cv-watertemperatuur onnodig hoog is, dús onnodig elektriciteit kost (denk aan de 2% regel).

Als laatste zijn er ook zoneregelingen te koop die op basis van servomotoren de zoneklep meer of minder ver openzetten. Die regelen dus de warmteafgifte door het debiet te regelen. Dat is dus fundamenteel anders dan de aan/uit en PWM naregeling die "in het tijddomein" de warmteafgifte realiseren.

We hebben geen ervaring met deze op servomotoren geregelde zoneregeling. Maar als mógelijk een zoneregeling wel "cv-warmtepomp vriendelijk" zou zijn, dan is dit een kandidaat.

Maar de voorwaarde is dan wel dat de servomotoren (feitelijk de sturing daarvan) de stand van de motoren vrijwel niet aanpast, dus het debiet vrijwel constant houdt. Want als het debiet gelijk blijft en de cv-warmtepomp de cv-watertemperatuur regelt om meer of minder warmte te distribueren om het veranderende warmteverlies van ruimtes, vanwege veranderende buitentemperaturen, op te vangen. Dan heb je feitelijk die hele zoneregeling niet nodig. Want het debiet hoeft toch niet geregeld te worden. Dan is zo'n zoneregeling met servomotoren een zeer luxe en dure manier van waterzijdig inregelen en dat doe je normaal met het handje door een paar keer langs alle zones te lopen. En dat is een héél stuk goedkoper.

Maar met zo'n zoneregeling kan je toch tijdelijk een kamer even niet meer laten verwarmen! Klopt, maar dat wil je toch niet? Alle kamers verwarmen is toch kostenbesparend?

  1. We gebruiken hier het fenomeen hysterese. Sommige fabrikanten hebben een alternatief systeem dat graadminuten heet. Het doel en resultaat is gelijk aan hysterese, alleen is op een andere (en interessante) manier geïmplementeerd. De twee technieken zijn dus uitwisselbaar. Meer is te lezen in het artikel over graadminuten
  2. Mogelijk zal je hier denken, die redenering klopt niet. Want als de naregeling de zone constant open zet, dan kan de cv-warmtepomp maximaal het vermogen van het afgiftesysteem benutten. En daardoor kan de temperatuur van het cv-water naar beneden, en daardoor behaal je een beter rendement. Tot zover klopt het. Maar die zoneregeling heb je juist genomen om de temperatuur per ruimte te regelen. En als in een kamer de zone voor een langere tijd dicht staat, bijvoorbeeld overdag, en in de avond wordt deze opengezet omdat je van die ruimte gebruik wil maken, dan stroomt er maar relatief lauw water door het afgiftesysteem. Daardoor geeft dit afgiftesysteem maar weinig warmte af. Daardoor zal het héél lang duren voordat die ruimte is opgewarmd. Wanneer je denkt, maar dan zetten we de cv-watertemperatuur toch wat hoger, dan wordt het sneller warmer... Denk dan goed na wat je zegt. Want dan creëer je de situatie waar we net vandaan kwamen, en je net zij "maar dan zetten we de zone toch compleet open". Maar dan zijn we terug bij af, waar de discussie begon. Hoe je het wend of keert, bij een naregeling is de cv-watertemperatuur altijd hoger dan noodzakelijk, want als je de zones constant open zet, waardoor de cv-watertemperatuur kan dalen, dan heb schakel je de nut en noodzaak van de naregeling uit.

publicatie: 20240128

aanpassing/controle: 20240128

Foutje of aanvulling? Stuur ons een reactie

home­ >warmtepomp