water/water warmtepomp
Een water/water warmtepomp is een warmtebron die de warmte onttrekt uit de aarde waarmee een woning verwarmd kan worden.
Categorie: | verwarming, koeling |
---|---|
Synoniem: | water-water warmtepomp |
Vertaling: | Engels: ground source heat pump (GSHP), water to water heat pump, Duits: sole-wasser-wäermepumpe |
Gerelateerd: | cv-warmtepomp |
Betekenis
Een water/water warmtepomp, beter nog een water/water cv-warmtepomp, is een warmtebron die de aardwarmte uit de bodem onttrekt, die warmte in temperatuur verhoogt en een centraal verwarmingssysteem kan voorzien van warmte. Het wordt een water/water warmtepomp genoemd omdat zowel in de bron als in het afgiftesysteem water wordt gebruikt als medium om de thermische energie (warmte) te verplaatsen.
Bij een horizontale bron zijn de leidingen relatief ondiep in de grond gegraven. De benodigde oppervlakte daarvoor in de tuin is circa 1 tot 1,5 keer de oppervlakte van de woning.
Bij een verticale bron wordt eerst één of meerdere (zeer smalle) putten geboord met een lengte die varieert van tientallen tot circa 100 meter diep. In die putten wordt een dubbele leiding met een lus aan het eind neergelaten. Hoeveel putten noodzakelijk en hoe diep die moeten zijn is afhankelijk van de warmtebehoefte van de woning (zie: warmteverliesberekening) en de grondsamenstelling.
Beide brontypen, zoals gebruikt bij particulieren, zijn een gesloten systeem. Een circulatiepomp pompt water door de leidingen in de grond waar het water de temperatuur van de grond aanneemt. Het water stroomt vervolgens naar de warmtepomp waar het door de platenwarmtewisselaar stroomt en de warmte overdraagt aan de warmtepomp (waardoor de temperatuur dus zal dalen). Vervolgens gaat het koudere water weer door de leidingen de grond in waarna hele cyclus opnieuw begint.
De aarde heeft een temperatuur van circa 10°C en dat wordt door de warmtepomp met 5°C afgekoeld en die gewonnen warmte is niet voldoende op temperatuur om de woning te verwarmen. Het is de warmtepomp die de thermische energie op een hogere temperatuur brengt waarbij temperaturen van circa 25-55°C mogelijk zijn. Met die temperaturen kan het cv-water opgewarmd worden en de warmte weer afgegeven worden in het afgiftesysteem.
Belangrijk te weten is dat hoe lager de temperatuur is in het afgiftesysteem, hoe zuiniger de warmtepomp werkt, dus minder elektriciteit nodig heeft. Het gebruik van een vloerverwarming waar water door heen stroomt van bijvoorbeeld 30°C heeft dus de voorkeur boven het gebruik van radiatoren waarbij water nodig is met een temperatuur van 35, 40 of wellicht 45°C. Bij een temperatuur van 40 of 45°C werkt de warmtepomp ook zeker wel, en is dan nog steeds flink zuiniger dan een gasgestookte cv-ketel, maar het kan dus nog flink zuiniger. Het is het verschil tussen de bron en afgiftesysteem temperatuur die hoofdzakelijk bepaalt hoe zuinig de warmtepomp is, lees hier meer over in het lemma COP.
Omdat de bron- en afgifte-zijde gebruik maken van water wordt dit een water/water warmtepomp genoemd.
Het water aan de bronzijde kan in de loop van het stookseizoen, waarbij de temperatuur van de bron enigszins daalt, een temperatuur krijgen onder het vriespunt. Als de bron 3°C water geeft en de warmtepomp onttrekt daar warmte uit waardoor het -2°C wordt dan zou het water bevriezen. Vandaar dat het water bijgemengd wordt met het antivriesmiddel glycol, waardoor tot circa -15°C geen bevriezing zal optreden.
Op het moment dat je glycol aan het water toevoegt wordt het
Klimaatproductenglossarium
In dit glossarium zijn nog veel meer termen te vinden, van "aanlegthermostaat" tot "zonnecollector", zie het klimaatproductenglossarium
publicatie: 20230930 aanpassing/controle: 20231215 Foutje of aanvulling? Stuur ons een reactie